Dit is waarom we ons méér zouden moeten ergeren
Mens erger je wel! 5 manieren om ergernis om te zetten in veranderkracht

Dit is waarom we ons méér zouden moeten ergeren

Erger jij je ook wel eens?

  • Aan mensen die alle aandacht naar zich toe trekken...
  • Of aan je baas die niet nakomt wat hij belooft..
  • Aan de baliemedewerker die niet buiten de box kan denken...
  • Aan je beste vriendin die steeds in de slachtofferrol gaat zitten..
  • Of aan vergaderingen die eindeloos duren omdat iedereen per sé zijn zegje wil doen?

We ergeren ons allemaal wel eens, maar wat doen we ermee?

Al van jongs af aan is velen van ons ingepeperd dat ergeren geen nut heeft. Via onschuldige spelletjes als “Mens erger je niet.“ maar ook via opmerkingen als “Ergeren doe je zelf” of “ Maak je niet druk, zo is hij nu eenmaal” wordt ons aangeraden om niet te klagen, ons bij ergernissen neer te leggen, of om ze weg te stoppen. Waarom zou je je immers druk maken om iets waar je niks aan kunt doen?

In dit artikel leg ik je uit waarom ik vind dat we ons juist wél zouden moeten ergeren en wat je allemaal met ergernis kan dóen. Vroeger veegde ik ergernissen altijd onder het tapijt, tegenwoordig zijn irritaties mijn grootste bron van inspiratie en daag ik individuen en bedrijven uit om hetzelfde te doen.

  Zonder irritatie, geen inspiratie.

Wat werkt niet?

De meest voorkomende reacties op ergernis hebben een aantal dingen gemeen. Je zou ze kunnen indelen in drie categorieën. 1) Ontkennen of wegstoppen (Wat niet constructief is, bestaat niet. 2) Klagen en roddelen (Is jou dat ook opgevallen?) of 3) Naar binnen laten slaan (Ik moet het maar slikken, de wereld is nu eenmaal onrechtvaardig)

Ze lijken alle drie heel verschillend, toch leiden ze alle drie tot stilstand. Laten we ze eens van dichtbij bekijken.

"Ik erger me nooit ergens aan". Het zonnetje in huis

In de eerste optie doe je alsof je je niet ergert. Je besteedt er geen aandacht aan en ontkent de ergernis. Daardoor lijkt het alsof hij verdwijnt en hoef je niets met de ergernis te doen. Als rationalist pur sang (of een soort zelfuitgeroepen zen-monnik) stel je je boven de ergernis en laat je hem van je afglijden. Je laat je zogezegd niet raken. Dat lijkt aantrekkelijk en prachtig, maar heeft ook een aantal nadelen. Wie zich niet laat raken door negatieve dingen wordt ook niet meer geraakt door positieve dingen. Daarnaast, wie zich afschermt wordt bloedirritant en vervelend om mee om te gaan door de zweem van superioriteit die erom heen hangt. (Even uitgezonderd de echte monniken die na 30 jaar intensieve training een punt van verlichting hebben bereikt.)

Dat vind jij toch ook? De roddelaar.

In de tweede optie zoek je een medestander die het met je eens is, waarmee je aantoont dat het probleem buiten jezelf ligt en dat je er dus ook niets mee hoeft te doen.

Na heerlijk te hebben geroddeld of geklaagd voel je je opgelucht en kun je weer door, het is immers niet meer jouw probleem. Ook deze optie heeft nadelen; steeds als de ergernis terugkeert moet je opnieuw iemand zoeken om erover te roddelen, om het kwijt te raken. Je blijft dus in rondjes draaien. Zolang er medestanders zijn gaat het goed, maar als op den duur mensen gek van jouw geklaag en geroddel worden blijf jij in je eentje er mee zitten.

"Ik heb dat altijd" Het slachtoffer

In de derde optie neem je de last op je schouders en lever je je eigen behoeftes en wensen in. Je ziet de ergernis als een straf van het lot en jezelf als slachtoffer van de hele situatie. Je klaagt en roddelt natuurlijk niet. Dat sta jij jezelf niet toe. Maar je ziet je ergernis als een bevestiging van jouw eigen falen om ermee om te gaan. Zie je wel; iedereen is tegen mij, zie je wel ik ben ook niet de moeite waard om gehoord te worden. Het nadeel hiervan is dat het zich binnenin je opstapelt en op een bepaald moment kan uitbarsten. Met alle gevolgen van dien.

In organisaties

Ook op organisatie niveau zie je deze drie houdingen terug.

Denk bijvoorbeeld een directeur die alle vormen van weerstand ontkent of bagatelliseert. “Dat gaat vanzelf wel over", " Vooral géén aandacht aan geven" "Ik ga toch bijna op vakantie.” (categorie 1)

Of denk aan een Management Team (MT) dat het zo met elkaar eens is over wat de medewerkers verkeerd doen, dat ze er niets meer aan doen. Terwijl ondertussen bij het koffiezetapparaat een gang verder de medewerkers precies op dezelfde manier klagen over het MT.(categorie 2)

Denk aan de individuele medewerker die uit hart voor het bedrijf besluit om alles in te slikken en nog een stapje harder te zetten en daardoor op het randje van een burn-out belandt.(categorie 3)

De ergernis verdwijnt niet, maar wordt erger.

Alle drie bouwen ze voort op de grondgedachte dat we ons niet móeten ergeren en dat we ons niet mógen ergeren. Jawel, zelfs de 2e optie: want roddelen en klagen zijn alleen leuk als het een beetje stiekem is. Alle drie gaan ervan uit dat ergernis geen zin of functie heeft en dat je er niets aan of mee kunt doen. In al die gevallen proberen mensen zo snel mogelijk af te komen van hun ergernis, wat in de meeste gevallen averechts werkt; omdat deze als een boemerang terugkeert. Alle drie zijn ze niet constructief.

No alt text provided for this image


De andere manier.

Wat werkt dan wel? Wat als we naar de ergernis toe zouden gaan in plaats van er van weg? Wat als we dit probleem zouden omdenken [1]?

1)Omdenken, wie kent het begrip niet. Tim Winkel (mede-  oprichter van Studio Spaak) werkte 10 jaar voor het bedrijf  Omdenken. Vandaar dat wij ons zo thuis voelen bij dit gedachtegoed.Ken je het nog niet? Lees dan vooral de boeken van Berthold Gunster. 

De ergernis als startblok

Als we ervan uit gaan dat ergernis precies de bedoeling is, dan kunnen we haar zien als een signaal, een indicator, die ons helpt te ontdekken wat we belangrijk vinden. Ze geeft ons urgentie, energie en daadkracht en is daarmee een onmisbare motor voor vooruitgang. 

Er is nog nooit een vooruitgang zonder ergernis tot stand gebracht

Hoe ontdekte ik het

Als kunstenaars en theatermakers, zijn wij volledig getraind om op deze manier te denken. Voor ons is de ergernis, net als vrijwel alle andere emoties die door mensen als ‘negatief’ worden bestempeld, het materiaal waar we mee werken. Toen ik voor het eerst in het bedrijfsleven ging werken viel het mij dan ook al snel op hoe anders er in organisaties met deze emotie wordt omgegaan.

Ergens begreep ik het heel goed. Voordat ik van theater mijn vak maakte was ergernis voor mij persoonlijk ook een groot taboe. Nog steeds merk ik dat ik haar regelmatig uit mijn leven probeer te bannen. Als dominant zonnetje in huis was ik altijd direct aan het zoeken naar constructieve oplossingen nog voordat mijn eigen (of andermans) ergernis er echt mocht zijn.

Tot ik een theatercursus gaf (nu meer dan 10 jaar geleden) en ik een deelnemer vroeg waar zij zich aan ergerde. Ik kreeg een rijke beschrijving, vol emoties en beeldende details, stemmetjes en armgebaren. Zo expressief had ik haar nog nooit gezien. De deelnemer begon uit zichzelf te spelen, zonder dat ik haar erom had gevraagd. De transformatie bij mijn cursist was zo sterk en zo natuurlijk, dat ik sindsdien heel anders naar de ergernis ben gaan kijken. Ik heb het zelfs uitgebouwd tot de basis van de methodiek die wij nu toepassen in “Zo ben ik nu eenmaal” workshops in organisaties.

De andere kant van de medaille

Vraag jij wel eens aan iemand waar hij zich aan ergert? Probeer het eens uit en je merkt: zodra iemand spreekt over zijn ergernis komt er leven in de brouwerij. Sterker nog, vraag iemand waar hij zich aan ergert en je krijgt de urgentie, veranderbereidheid, energie en eigenaarschap er (bijna) gratis bij.

Niet toevallig zijn dat de succesfactoren waar op dit moment in vrijwel elke organisatie naar wordt gezocht. In organisaties waar de ergernis het hardst wordt onderdrukt (we spreken niet over wat er mis gaat en wat we daarbij voelen.) Daar is het eigenaarschap, de innovatie en veranderbereidheid vaak het verst te zoeken.

Goed. Ergernis kan dus een bron van inspiratie zijn. Zowel voor organisaties als in je persoonlijk leven. Maar hoe gebruik je het? Wat kun je ermee doen?

Vijf krachten van ergernis

Ik gebruik zelf (in mijn werk) nu de ergernis op vijf manieren.

  • Om abstracte taal te vertalen naar concrete voorbeelden
  •     Om humor en gezamenlijkheid te creëren
  •     Als bron van zelfinzicht (om iemand zijn eigen blinde vlek te laten zien)
  •     Als ingang naar kwetsbaarheid (wat zit eronder)
  •    Als ingang naar verantwoordelijkheid (wat wil je en wat kun jíj doen)
  •   Om motivatie te krijgen om te wíllen veranderen en het echt te gaan doen.

No alt text provided for this image

Ergernis als partner in ontwikkeling

Wij van Studio Spaak zijn niet de eersten of enigen die ergernis gebruikt als middel om tot transformatie te komen. Carl Jung zei het al. Toch is er nog een wereld te winnen voor het gemeengoed is. Waarom gebruikt niet iedereen het? Naast alle modellen ter zelfverbetering en cognitieve interventies raad ik dan ook iedere organisatie en ieder individu aan:

  • Ga op zoek naar de ergernis in jouw bedrijf en jouw leven.
  • Stop het niet weg, probeer niet je gelijk te halen en ga er ook niet stilzwijgend mee akkoord.
  • Ga ernaar toe, bevraag het (of diegene) zo uitgebreid mogelijk en doorvoel het.
  • Praat erover met anderen, zoek naar wat dit jou/jullie spiegelt, maak er grappen over
  • Ontdek om welke gedragsverandering of innovatie deze ergernis vraagt.
  • Gebruik het als uitnodiging om iets aan jezelf of je bedrijf te verbeteren
  • Herinner jezelf aan je oorspronkelijke ergernis steeds als je motivatie of discipline wegebt.

Het resultaat

Het op deze manier stap voor stap bloedserieus nemen van je eigen ergernissen, kan er zomaar voor zorgen dat jij bijvoorbeeld:

  •   Jezelf meer gaat laten zien.
  •    Eindelijk je baas durft aan te spreken.
  •     Je beloftes beter nakomt.
  •     Eindelijk eens ophoudt om je slachtofferachtige vriendin van ongevraagd advies te voorzien.
  •   Een nieuwe manier van vergaderen voorstelt waardoor iedereen sneller to the point komt.

Het kan er zomaar voor zorgen dat in jullie organisatie medewerkers:

  •  Meer verantwoordelijkheid nemen voor problemen die ze tegenkomen
  •    Meer mét elkaar gaan spreken dan over elkaar.
  •    Innovatieve ideeën sneller oppakken.

Ik ben benieuwd tot welke verbeteringen het bij jou/jullie gaat leiden. Leuk als je ze met me deelt.

Wil je er verder mee? Of heb je hulp nodig?

Denk je na het lezen van dit artikel; Oei ergernis, ja klinkt goed.. Maar dat is eng. Dat voelt ongemakkelijk. Zakken we dan niet weg in negativiteit? Hoe kan ik zelf zien wat er wordt gespiegeld als ik er midden in zit? Hoe krijgen wij alle individuele ergernissen van mijn collega's samen te krijgen tot een gezamenlijk inspirerend geheel? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Wie weet is een een “Zo ben ik nu eenmaal” show of workshop voor jullie net die komische en veilige stap die je nodig hebt om meer met jullie ergernis te doen.

Natasha Schulte is theaterregisseur, dagvoorzitter en trainer bij Studio Spaak. Bekend van de "Zo ben ik nu eenmaal" show, waarmee ze medewerkers van organisaties laten lachen om zichzelf, waardoor ze heel vaak flexibeler om kunnen gaan met verandering en lastige collega's

Iemand die zich heel goed kan ergeren is ons personage Rick, uit de Zo ben ik nu eenmaal show. Waarmee hij een bron van ergernis wordt voor heel wat collega's. Via uitvergroting en omdraaiing helpt Rick ons om medewerkers van organisaties van irritatie naar inspiratie te brengen ;)






Annet Timmerman

Teamleider bij VluchtelingenWerk

4 j

Mooi! Verschillig zijn. Geen ergernis mooi of onverschillig? Ga zo door Natascha! 

Thomas Verburg

Product Owner TibcoBW and Ansible Tower

4 j

Heel herkenbaar!!

Meld u aan als u commentaar wilt bekijken of toevoegen