Direct naar artikelinhoud
Commentaar

Het is te hopen dat de coronacommissie een succes wordt, maar de kans op een politiek ongeluk is groter

Daan de Kort (VVD), voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie Corona, woensdag tijdens zijn toelichting op het onderzoeksvoorstel.

Er is nog genoeg te onderzoeken aan het coronabeleid, maar kan dat wel door een commissie die het over het fundamentele probleem niet eens zal worden?

Parlementaire enquêtes komen vaak aan de late kant. Net als je denkt dat alles over een thema wel gezegd is, komt de Tweede Kamer er nog overheen met een eigen onderzoek. Maar dat is te verklaren: elke enquête begint met een breed gedeeld, maar langzaam gegroeid idee dat er ergens iets helemaal is misgegaan. Over onderwerpen als de val van Srebrenica, de bouwfraude, de bankencrisis, de Toeslagenaffaire en de Groningse gaswinning was de Kamer bij aanvang van de enquêtes verenigd in de overtuiging dat de overheid steken had laten vallen. En ook in de gedachte waar het euvel zo ongeveer zat.

Vaak zijn er al zoveel externe onderzoeken aan vooraf gegaan, dat enquêtes geen splijtende nieuwe inzichten meer opleveren. Maar dat is ook niet altijd het doel. Het zelfreinigend vermogen van de politiek staat voorop: welke misstappen mogen we nooit meer begaan?

In het Volkskrant Commentaar wordt het standpunt van de krant verwoord. Het komt tot stand na een discussie tussen de commentatoren en de hoofdredactie.

De wens om een enquête te organiseren over het coronabeleid is zo bezien heel goed te verklaren. En toch is het de vraag of de Kamer zelf de aangewezen partij is om dit onderzoek tot een goed einde te brengen. Het ontbreekt immers geheel aan het benodigde fundament voor een enquête: een breed gedeelde opvatting over wat er is misgegaan. Deze Kamer zou met gemak een week kunnen debatteren over de vraag óf er wel iets is misgegaan.

Dan gaat het uiteraard niet over de voor de hand liggende vragen waarom Nederland niet beter was voorbereid op een pandemie, hoe het inkoopbeleid van hulpmiddelen kon ontaarden in wildwesttaferelen, of het wel slim was om aan de vaccinatiecampagne ook de coronatoegangsbewijzen te koppelen, waarom het testen zo langzaam op gang kwam en hoe het kwam dat Nederland zelfs begin 2022 nog in een lockdown zat.

Dat zijn belangrijke vragen, maar ze moeten nu worden beantwoord door een commissie die het intrinsiek oneens is over de basiskwestie: was er überhaupt wel sprake van een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid? Volgens in elk geval één lid van de commissie kan niet gesproken worden van bewindslieden die al doende misschien fouten hebben gemaakt, maar van een geregisseerde internationale samenspanning van bestuurders ‘om miljoenen mensen uit te sluiten’, op basis van een ‘grote hoax’. Diezelfde Pepijn van Houwelingen (Forum voor Democratie) is ook de man die aankondigde dat er ‘tribunalen’ zullen komen om de ‘het grootste bedrog uit de menselijke geschiedenis’ te berechten.

Hoe moet zo’n gezelschap op één lijn komen? Door zijn partijleider werd Van Houwelingen openlijk de commissie in gestuurd met de opdracht om ‘die mensen helemaal gek te maken’. Is het voorstelbaar dat hij straks, bijvoorbeeld, gaat instemmen met de conclusie dat het kabinet soms onder hoge tijdsdruk verschillende grondrechten tegenover elkaar moest afwegen en dat doorgaans gewetensvol en zo proportioneel mogelijk heeft proberen te doen, mocht de rest van de commissie wél tot die overtuiging komen?

Er is nog genoeg onderzoek te doen naar de coronajaren en het is te hopen dat deze commissie een groot succes wordt, maar de kans op een politiek ongeluk is groter.