Direct naar artikelinhoud
De liefde van nu

‘Hij moet hebben geweten dat mijn gevoelens voor hem gespeend waren van vlinders en romantiek, toch bleef hij me opzoeken’

Nee, verliefd is Elly niet op Christian, de oudere broer van haar nieuwe klasgenootje. Maar tussen hen ontstaat een vriendschap die misschien nog wel veel meer waard is dan liefde.

‘Hij moet hebben geweten dat mijn gevoelens voor hem gespeend waren van vlinders en romantiek, toch bleef hij me opzoeken’
Beeld Max Kisman

Elly (83):

‘Ik was 10 toen op de boerderij in de buurt een leeftijdsgenootje kwam wonen. Ze was in de oorlog met haar hele gezin uit Silezië op transport gesteld, leefde een ontheemd bestaan in Duitsland en kwam hier drie maanden om aan te sterken. De boerin vroeg mij haar mee naar school te nemen, want ze kwam bij mij in de klas. We raakten bevriend, ze had iets deftigs over zich, maar ook iets geremds wat ik niet helemaal kon thuisbrengen. Net alsof iets haar ervan weerhield voluit te spelen en te leven.

‘Het jaar erop kwam ze weer en deze keer nam ze haar vier jaar oudere broer mee. Hij heette Christian en had het zwarte haar van hun Italiaanse vader. Samen met de boerenzonen waren wij drieën die hele zomer buiten op het land. We molken de koeien en deden spelletjes en waren zo gelukkig als de omstandigheden maar toelieten. Want ook de broer droeg een verdriet met zich mee, en hoewel ik het woord trauma niet kende, begreep ik vaagweg dat het iets met eerder te maken moest hebben.

‘Vragen deed ik er niet naar. Niet omdat het hele gebeuren me niet interesseerde, maar het kwam niet bij me op. Hoe jong ik ook was, intuïtief begreep ik dat verdriet een van de intiemste menselijke gevoelens is, daar heeft een ander niks mee te maken. Mijn eigen jeugd was ook niet bepaald vlekkeloos. Geboren in 1940, was ik een van de oudste kinderen in een gezin waar bijna ieder oorlogsjaar een nieuwe baby werd geboren en waar mijn moeder nooit een warme, stabiele vrouw heeft kunnen zijn, waardoor ik veel moest zorgen en zelf nauwelijks werd gezien. Ook voor mij was het ravotten in de weilanden iets wat me goed deed en al het andere even deed vergeten.

Niet verliefd

‘Na die eerste keren bleven hij en zijn zus komen. En weer later kwamen ook hun ouders mee. Ik was inmiddels 16 en werkte op een kantoor, zijn moeder zei: waarom kom je niet een paar weken met ons mee, jullie drieën passen best samen op de achterbank. Twee weken, langer kreeg ik niet vrij. Daar ging ik. Voor het eerst in mijn leven zag ik bergen, Christian verdween meteen na aankomst naar Deggendorf waar hij werkte als douanier, en ik vermaakte me met zijn zus. Maar na een paar dagen zeiden zijn ouders – ook al timide, alsof elke stap hen moeite kostte – stap maar in de auto. We gaan Christian opzoeken. Verbaasd liet ik me meevoeren naar de Tsjechische grens. Ik herinner me het grote militaire gebouwencomplex, maar niet meer of we Christian daar ook hebben gezien. Ik geloof van niet. Pas later, misschien op de terugweg, misschien ook pas toen ik weer terug in Nederland was, realiseerde ik me dat zijn ouders wellicht romantische bedoelingen hadden met ons, misschien wilden ze me laten zien hoe hij leefde, omdat ze vermoedden dat ik dat leven op een dag met hem zou delen.

‘Maar ik was helemaal niet verliefd op hem. Hij was mijn beste vriend en dat was misschien nog wel veel meer waard. Want hoe hij stilviel als we samen waren, mij op een dag zijn hele deportatieverhaal vertelde, hoe hij alle jaren die volgden bleef langskomen, ook toen we beiden allang waren getrouwd, gewoon om even te kijken hoe het met me ging, was als een constante warme omhelzing die zich superieur onttrok aan de ups en downs die doorgaans met liefde gepaard gaan. Soms stond hij naast me en schudde zijn hoofd, alsof hij er niet bij kon hoeveel je voor een ander kunt voelen. Hij moet hebben geweten dat mijn gevoelens voor hem gespeend waren van vlinders en romantiek en toch bleef hij me opzoeken. Zonder zich op te dringen, zonder zich uit te spreken.

‘Hij trouwde als eerste. Met een lieve, voortvarende vrouw die hem bij wijze van spreken de lust tot leven dagelijks met een verplichte paplepel toediende. En telkens als ik een nieuwe man leerde kennen, wilde Christian even langskomen, onnadrukkelijk, zonder geldingsdrang, alleen om te zien of het goed was. Bij elkaar vonden we rust, alsof onze vriendschap het bewijs was dat de wereld toch te vertrouwen was. En wanneer hij zich daarvan weer even overtuigd had, kon hij weer vooruit.

Geen woorden

‘Mijn partners hebben het altijd goed met hem kunnen vinden. Iedereen verwelkomde hem als een vriend. Ik denk: juist omdat, wat het dan ook was tussen ons, altijd onbesproken is gebleven, kon de omgang zo zuiver blijven en werd die ons door alle betrokkenen gegund. Wanneer de vriendschap uitgelegd had moeten worden, was die bedorven, als iets dat wat lang onder het ijs heeft gelegen omhoog wordt gedregd.

‘Soms stonden ze samen zomaar ineens voor de deur. Alte Liebe rostet nicht, zei zij dan lachend als ze mijn verbaasde gezicht zag. Zoals die dag dat we met gasten aan tafel zaten, en ze ineens binnenkwamen, hij, zijn vrouw, zoon en kleinkind. We hebben er een campingtafel bij gezet en hadden een prachtige avond, en twee dagen later vertrokken ze weer. Jaren daarvoor had hij hetzelfde gedaan na een bezoekje aan Disneyland Parijs. Even langs Nederland. Even weten hoe het met me ging. En nooit in al die jaren dacht ik: daar heb je hem weer. Want zijn liefde was ook voor mij onmisbaar. Zijn glimlachen, zijn houding en zijn aandacht deden me inzien – voor het eerst – dat ik meer was dan de puber die veel te jong te grote verantwoordelijkheden kreeg opgedrongen: iemand die het waard was om van gehouden te worden.

‘Bleib wer du bist’, zei hij zacht, op zijn 83ste, een jaar voor zijn dood. Met zijn vieren fietsten we door de duinen. Hij was moe, raakte achterop, en besloot terug te gaan naar het hotel. Toen sprak hij die woorden. Een verklaring had ik niet nodig, voor mij was dit het zoveelste bewijs dat onbaatzuchtige liefde bestaat. Nooit heeft hij iets geëist, nooit iets expliciet verwacht. Ook na zijn dood heb ik met niemand, noch met mijn man, noch met zijn echtgenote die nog een week is komen logeren, ook maar met één woord geprobeerd dit wonder te duiden. Beter nu eens niet met woorden kapotmaken wat zonder een veel grotere betekenis heeft.’

Wil je meer van deze verhalen horen? Luister dan ook naar onze podcast De liefde van nu.

Oproep

Van eenmalige avonturen tot langlopende relaties: Corine Koole is voor deze rubriek en de gelijknamige podcast op zoek naar verhalen over álle soorten liefde en bijzondere ervaringen die (ook bij jongere lezers) tot nieuwe inzichten hebben geleid.

Meedoen? Mail een korte ­toelichting naar: deliefdevannu@volkskrant.nl.